World Pheasant Association Benelux

Inhoudsopgave:

Beschermd milieu

Preventieve behandelingen

In vergelijking met het gehouden nutpluimvee zijn de "wilde" vogels veel minder vatbaar voor allerlei ziekten, door de manier van houden (lage bezetting van de volières) is een eventuele infectiedruk zeer laag. Bij de kippenrassen zijn ook grote verschillen bekend in gevoeligheid voor diverse ziekten. Genetisch gezien zijn de vogelsoorten die in volières worden gehouden sterk afwijkend van elkaar, dit houdt in dat ook de gevoeligheid voor ziekten per soort anders is. Zo zijn er tal van virussen bekend die soortspecifiek zijn. Herpesvirussen van uilen, kippen en duiven verschillen zoveel van elkaar dat het ene virus niet aanslaat bij de andere vogelsoort. Voor bacteriën geldt dat alle soorten vogels ziek kunnen worden als gevolg van een bacteriële infectie, denk aan darmstoornissen door E.coli of salmonella's.

Het gebruik van medicijnen om een bacteriële infectie te voorkómen is zinloos omdat medicijnen slechts zeer kort werkzaam zijn, het heeft eerder een negatief effect omdat er resistentie op kan treden, dus als het echt nodig is blijken dan de bacteriën ongevoelig te zijn voor het medicijn (en soms ook andere) wat al eerder aan de dieren is gegeven.

Preventief vaccineren tegen virusinfecties kan in een aantal omstandigheden zinvol zijn. De belangrijkste virussen waartegen geënt kan worden zijn.

Pseudo-vogelpest, vooral in dichtbevolkte pluimveegebieden en bij geïmporteerde vogels omdat in het laatste geval het vrij regelmatig voorkomt dat een of meer van de vogels uit het buitenland het NCD-virus bij zich dragen zonder daar zelf ziek van te worden.

Ziekte van Marek, sommige vogelsoorten kunnen na infectie de ziekte in verloop van enkele maanden ontwikkelen. Mogelijke oplossingen zijn:

  1. kweken met oude dieren, die hebben een eventuele infectie goed doorstaan en zullen deze eigenschap aan hun nakomelingen doorgeven;
  2. kweken op resistentie, dus doorgaan met die dieren welke de ziekte overleefd hebben. Deze vorm van bestrijding duurt erg lang;
  3. 3 vaccineren op de eerste levensdag met een beschikbaar vaccin, een nadeel hiervan is dat er dan geen natuurlijke weerstand wordt opgebouwd en dat de gevoeligheid voor de ziekte niet afneemt, maar de dieren zijn wel hun leven lang beschermd tegen de ziekte.

Bij soorten vogels die gevoelig zijn voor black-head is aan te raden om vooral tijdens de jeugd regelmatig te behandelen met Ronidazole (tricho-plus) en te ontwormen met flubenol. Kalkoenen en ruigpoothoenders zijn zeer gevoelig voor deze ziekte.

Tot slot: