Coturnix coturnix Linnaeus, 1758 Zweden
De kwartel kent volgens Josep del Hoyo vier verschillende ondersoorten:
Onder de Europese kwartel wordt de ondersoort Coturnix coturnix coturnix verstaan
De Europese kwartel komt voor in gebieden met een lage en dichte vegetatie, waaronder ook graanvelden. De vegetatie is over het algemeen niet hoger dan 1 m.
De Europese kwartel eet voornamelijk zaden van vele soorten kruiden waaronder de diverse grassoorten. Even als zaden van de diverse graansoorten op de cultuurgronden.
De Europese kwartel leeft strict monogaam. Het legsel ligt over het algemeen goed verscholen tussen het gras en bestaat uit 8 - 13 eieren. De broedduur bedraagt 17 - 20 dagen.
De broedperiode verschilt naar gelang het verspreidingsgebied. Midden mei tot augustus in Noord-Europa en eind maart tot midden juni in Zuid-Europa.
In Oost-Afrika broedt de kwartel het gehele jaar door. Hierop uitgezonderd Kenia, waar de kwartel broedt in januari en februari. In Zuid-Afrika broedt de kwartel in de periode van september tot maart.
De Europese kwartel is nog een algemene soort. Echter in de Benelux is de soort nagenoeg verdwenen